De meeste grote schoolbesturen hebben het buitenonderhoud van de gebouwen serieus en met vertrouwen ter hand genomen. Vanuit een rol als opdrachtgever zijn instandhouding van de huidige onderhoudsstaat en financiële stabiliteit het voornaamste doel. Dat blijkt uit een telefonische enquête van Bouwstenen voor Sociaal onder 13 schoolbesturen met 10 scholen of meer, die werd gehouden in het kader van een bijeenkomst op 3 december over onderwijshuisvesting.
De overheveling van het buitenonderhoud naar de besturen voor primair onderwijs per 1 januari 2015 wordt door schoolbestuurders beschouwd als een voortzetting van de taken die voorheen door de gemeente werden uitgevoerd. Het uitgangspunt is een nieuw meerjarenonderhoudsplan (MJOP), dat ze na een schouw door gespecialiseerde organisaties (hebben) laten opstellen.
Voor de meeste schoolbesturen levert het buitenonderhoud extra werk op. Voor andere verandert er niets, zoals voor Openbaar Onderwijs Zwolle en regio (OOZ) en Primo Schiedam. Deze organisaties werkten al met eigen MJOP’s voor het binnen- en buitenonderhoud. Het enige verschil voor hen is dat ze nu geen projectaanvragen meer bij de gemeente in hoeven te dienen.
Efficiënter
Beleidsmedewerker huisvesting en bouwzaken Martijn den Boer van Primo (12 openbare scholen): ‘Het is eenvoudiger geworden. Je kunt makkelijker dingen plannen en deze beter met elkaar combineren. Kortom, het is wat efficiënter.’
Manager facilitaire zaken Frans Steine van OOZ (34 openbare scholen, 7 gemeenten): ‘Wij lieten onze gebouwen al elke 3 tot 5 jaar schouwen door een externe partij. Door de jarenlange ervaring met MJOP’s hebben we een goed beeld van onze gebouwen en is alle informatie paraat. In wezen was er geen overdracht nodig. Dat we geen projectaanvragen meer hoeven te doen is wel heel prettig.’
Te optimistisch
Over de manier waarop de gebouwen door de gemeente zijn overgedragen bestaat verschil van inzicht. Frank Rubel van Swalm en Roer (23 openbare en bijzondere scholen in 3 gemeenten) moet dringend aan het werk met de daken van drie scholen. ‘Ik werk hier pas anderhalf jaar en vóór mij was er geen vastgoedmedewerker, dus er werd niet zo kritisch naar de daken gekeken. In het MJOP van de gemeente is daar te optimistisch over gedacht.’